De bodem in leven. Terug naar 1984

Er was eens Band Aid. In de kerst van 1984, zongen zij om een 11 miljoen tellend en uithongerend inwoneraantal van 1 land te helpen voeden. Dan maar gelijk als oproep ‘Fééééééd the wóóóó-oooooo-ooorld,’ om dat te doen voor de gehele wereld. << Luister fragment >>

Deze relatief onschuldige oproep heeft echter wel geleid tot veel productiegroei door alle agrarische sectoren over heel de wereld. Teveel zelfs. Dat blijkt uit pragmatisch onderzoek die Global-Climate ondersteunt. Hierbij proberen we het in een notendop uit te leggen.

Vóór 1980 was eigenlijk het boerenbedrijf nog relatief klein, bijvoorbeeld bij het houden van melkvee, was 20 koeien per boer gewoon;

Oproep van Sicco Mansholt als commissaris vanuit EU in ’70er-jaren leidde tot intensivering en hetzelfde stuk land kon na verloop van enige decennia het veelvoudige produceren. Tot dan toe geheel in lijn met de oproep door Band Aid in 1984;

Deze productiestijging ging echter gepaard met een behoorlijk aanzienlijke uitputting van het bodemleven;

Waar bodemleven tot nu toe nog steeds wordt gezien als substraat dat ten dienste staat van het benutten (en niet teruggeven), wordt zij daarmee reeds sinds decennium en eeuw (ja, zo lang is het al aan de gang) verwaarloosd en veronachtzaamd, waar het eigenlijk ‘een levend organisme (zie onder, biocoenose)’ betreft. De mens (leider van het antropogene tijdperk) is het bodemleven eigenlijk aan het doodmaken. Als het op sommige plekken al niet dood is.

In een tweet komt een interessante vraag voorbij van een professor uit Duitsland die reageert op een andere professor: “Zou ik maar van iemand kunnen mogen zien hoe deze grafiek eruit zou hebben gezien vóór het antropogene tijdperk.” De grafiek:

Deze grafiek geeft weer dat 30% van al het gewicht aan levende wezens op aarde door de mens wordt vertegenwoordigd. 67% door gedomesticeerde dieren (door de mens vanzelfsprekend). En wat overblijft is 3% dat door wilde dieren wordt vertegenwoordigd (die geen contact hebben met de mens).

Vóór 11.000 jaren geleden (de start van de agrarische revolutie), waren deze verhoudingen echt drastisch anders. Ik vind dat een beetje lang geleden, en treft geen enkel praktisch nut om ons daaraan te spiegelen voor een omslag. Ik doe net zo goed mee met het hier, en nu. Deze maand bijvoorbeeld.

Enfin, een tekst vanuit het onderzoek in het huidige tijdsgewricht beschouwend:

“De natuur kent geen geïsoleerd levend organisme maar alleen georganiseerde leefgemeenschappen! Alles wat leeft is met symbiosen ‘geïnfecteerd.’ Overal waar leven is, zijn ook bacteriën alom vertegenwoordigd. De symbiosen drukken zich in verschillende vormen uit, echter hebben slechts één doel:

Het werk van wortels gemakkelijk maken

Om dit bericht met dit thema een tijdelijk slot te geven, dienen de waarschuwende woorden van Trentepohl redenen tot nadenken te geven: ‘Door een toenemende intensivering van de landbouw, door over te stappen van een humus- naar een kunstmeststoffenbemesting, door een toenemend gebruik van zwaardere machines en door intensiever gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen, worden de natuurlijke leefgemeenschappen (symbiosen), van onze landbouwgronden voortdurend verstoord en uiteindelijk volledig vernietigd. Het laat de consument van voedingsmiddelen niet onverschillig, of en in hoeverre biochemische veranderingen zich binnen de biocoenose van onze landbouwgronden voltrekken (Biocoenose (red): ‘De bodem is noch een levenloze verweringskorst van het gesteente, noch een afzonderlijk organisme, doch een biologische organisatie tussen plant (met de wortels) en micro-organismen in de vorm van fauna en flora’) . Deze veranderingen beïnvloeden zeer waarschijnlijk de stoffelijke samenstelling van de voeding en daardoor ook de biologische kwaliteit. Wij moeten erkennen dat de consument van voedingsstoffen (de bevolking) wordt blootgesteld aan de gevaren van fouten in de voeding. Wij kunnen er niet omheen dat de stofwisseling van plantenwortels, d.w.z. de uitwisseling tussen de wortels en de micro-organismen, grotere aandacht dienen te krijgen dan tot nu toe het geval was in het tijdperk van een eenzijdige mineralen-plantenvoedingsleer die ten einde loopt.”

Bron: “Geheimnisse der fruchtbaren Böden,” Erhard Hennig, 1995 – vertaald door EM Agriton BV “De geheimen van een vruchtbare bodem,” in 1996

Post a comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

%d